Home
Mijn Verhaal
Verliezen
2018
2019
Natoer 2019
Verliezen 2006-2018
Slechte vluchten
Invloed inversie
Divisiespel
Duivenweer
Verantwoording
Fotoalbum



 Hoe groot waren de verliezen in 2019 ? 

Dat kun je nog niet zeggen om de simpele reden dat 2019 nog niet voorbij is.  

 

  

In de CC Uden is de vlucht vanuit Isnes op 23 juni 2019 dramatisch verlopen en dan met name in de verenigingen 2151 PV Welkom in Uden en 2167 PV De Eendracht in Veghel.  

De vlucht heeft 1 uur en 59 minuten geduurd. Na 1 uur en 59 minuten was het derde deel van de duiven in de CC Uden pas thuis. Dat is op zich al erg lang. Maar als je nauwkeurig kijkt naar de feiten dan zie je pas goed hoe dramatisch deze vlucht voor de verenigingen 2151 en 2167 verlopen is.  

De prijzen zijn er in vereniging 2151 pas om 17.02.53 u. uit. Dat betekent dus dat er om goed 5 uur pas een derde deel van de duiven thuis was.   

De prijzen zijn er in vereniging 2167 pas om 18.39.55 u. uit. Dat betekent dus dat er ’s avonds om goed half 7 pas een derde deel van de duiven thuis was.  

Een liefhebber uit de vereniging 2167 staat drie keer op de uitslag terwijl hij 24 duiven mee had. Om 18.40 u. heeft hij nog maar drie duiven thuis. Hij heeft er dan dus nog 21 niet thuis. Een andere liefhebber uit de vereniging 2167 staat zes keer op de uitslag terwijl hij 31 duiven mee heeft. Om 18.40 u. heeft hij nog maar zes duiven thuis. Hij heeft er dan dus 25 nog niet thuis. Weer een andere liefhebber uit de vereniging 2167 staat 17 keer op de uitslag terwijl hij 40 duiven mee heeft. Om 18.40 u. heeft hij nog maar 17 duiven thuis. Hij heeft er dan dus 23 nog niet thuis. Tot slot. De liefhebber die de laatste prijs in de vereniging speelt om 18.39.55 u. klokt dan zijn 16e duif, terwijl hij er 37 mee heeft. Hij moet er dus nog 21 krijgen. 

Hieronder staat een overzicht van het verloop van vlucht J 25 in Afdeling 3 Oost Brabant.

 

 

De vlucht J 25 Isnes op 23 juni 2019 roept heel veel vragen op. De essentiële vraag is wat mij betreft: Is het wel verantwoord om bij de weersomstandigheden zoals die waren rond 23 juni 2019 de jonge duiven in te korven. Mijn antwoord op die vraag is duidelijk: Nee, nee en nog eens nee. Nee dus.

Op 23 juni heb ik lang voor de duiven thuis waren het bestuur van Afdeling 3 gemaild dat ik een moeizaam verloop van de vlucht voor de jonge duiven verwachttte.

Op 24 juni heb ik de secretaris van Afdeling 3 gemaild: Ik heb gisteren gemaild dat ik een moeizaam verloop van de vlucht voor de jonge duiven verwachtte. Wat is het geval. Het verloop van de vlucht voor de jonge duiven is in sommige CC’s moeizaam verlopen.Maar wat erger is: het verloop van de vlucht voor de jonge duiven is hier en daar dramatisch geweest. Enerzijds is dat heel jammer, want het kost waarschijnlijk weer heel veel veren.

Anderzijds kan het een positief gevolg hebben, omdat de noodzaak om heel voorzichtig met de eerste jongeduivenvluchten om te gaan extra duidelijk wordt. 

De liefhebber van vereniging 2167 die om 18.39.55 u. de laatste prijs in de vereniging speelde, ken ik persoonlijk goed. Ik ben hem op gaan zoeken toen ik constateerde dat hij zo veel duiven nog niet thuis had. Hij vertelde mij dat er twee verloren duiven opgegeven waren. Een zat er in Breda en de ander in Sprundel. Alle 2 in West Brabant dus. Dat de duiven in West Brabant zaten deed me denken aan een passage uit mijn brief van 2006. In mijn brief van 2006 schrijf ik: Het is mij opgevallen dat vooral na de tweede vlucht vanuit Haasrode (100 km) veel duiven opgegeven werden vanuit West-Brabant. Zelf kreeg ik meldingen vanuit Tilburg, St.Willebrord en Hoogerheide. Toen ik die duif in Hoogerheide op ben gaan halen, heb ik die van een clubgenoot maar tegelijkertijd meegebracht. Ik hoorde van liefhebbers dat ze duiven opgehaald hadden in Steenbergen, Oudenbosch en Raamdonksveer. Het moet mogelijk zijn om systemen te bedenken, waarbij je gaat onderzoeken waar verloren geraakte duiven gebleven zijn. Kan dit alsnog via de meldgegevens van het N.P.O.? Als dan blijkt dat het gros van de verloren duiven vanuit het westen opgegeven wordt, dan kan dat geen toeval zijn.  

Moeten we niet gaan doen wat ik in mijn brief van 2006 al voorgesteld heb, namelijk: Een Commissie Vluchtverloop instellen met als taak: nauwkeurig informatie verzamelen over het verloop van de vluchten. Als men heel veel gegevens vanuit alle afdelingen inventariseert kan het haast niet anders dan dat uit die gegevens conclusies te trekken zijn. Bijvoorbeeld bij welk weer een vlucht goed verloopt en bij welk weer een vlucht slecht verloopt. 

Ik verwachtte dat het verloop van Isnes op 23 juni bij de jonge duiven moeizaam zou verlopen, omdat ik uit ervaring weet dat jongeduivenvluchten bij het weertype van 23 juni meestal moeizaam verlopen als de duiven vroeg gelost worden. Dat wil niet zeggen dat alle vluchten met het genoemde weertype per definitie moeizaam of dramatisch verlopen. In 4 CC’s verliepen de vluchten goed. De langste duur van de vlucht is daar 33 minuten. Ook bij de oude duiven verlopen de vluchten goed. Dat is bijna altijd zo. Alle concoursen van de oude duiven duren ongeveer een kwartier. In 4 CC’s duurt de vlucht meer dan een uur tot bijna twee uur. In 2 verenigingen is op de avond pas het derde deel thuis.

Het feit dat het verloop in een paar CC's goed is mag geen motief zijn om op de zelfde voet door te gaan. Het feit dat het verloop in een paar CC,s moeizaam tot dramatisch is, moet een reden zijn om het anders te doen.

In het volgende hoofdstuk staat een schema met informatie over de slechtst verlopen vluchten van 2011 tot en met 2017. Isnes 23 juni 2019 kan helaas opgenomen worden in het schema van slechtst verlopen vluchten. Omdat het de eerste vlucht is van het jongeduivenseizoen heeft het een grote nadelige invloed op de rest van het jongeduivenseizoen 2019.

Mijn stelling is: Als je jonge duiven vroeg en vaak africht hebben ze de ervaring die lijkt op die van oude duiven. Daarom zitten goed afgerichte jongen vaak in de prijzen en raak je ze net als de oude duiven niet zo snel kwijt. 

Van drie liefhebbers van PV de Eendracht in Veghel weet ik dat ze vroeg beginnen met africhten en dat heel vaak doen voor de vluchten beginnen. Het is dan ook heel merkwaardig dat juist deze liefhebbers op Isnes zo slecht presteerden. Om goed half 7 ’s avonds zijn veel duiven van hen nog niet thuis. Nog eens samengevat: liefhebber 1 heeft 24 duiven ingekorfd en er maar 3 thuis. Liefhebber 2 heeft 31 duiven ingekorfd en heeft er 6 thuis. Liefhebber 3 heeft 40 duiven ingekorfd en heeft er 17 thuis. Liefhebber 4 heeft 37 duiven ingekorfd en heeft er 16 thuis. 

Waarom geef ik dit voorbeeld?

Op de eerste plaats om duidelijk te maken dat in twee verenigingen de vlucht bijna de hele dag duurt. Dat kun je op de uitslag van Compuclub niet zien. 

Op de tweede plaats om aandacht te schenken aan de nare gevolgen die vlucht Isnes van 23 juni 2019 voor de betrokken liefhebbers heeft. 

Op de derde plaats om te constateren dat je het verloop van de vluchten nooit helemaal zult begrijpen. Hoe meer moeite je doet om het te begrijpen, hoe beter je het zult begrijpen.  

Persoonlijk korf ik niet in als ik vind dat er sprake is van slechtduivenweer. Verderop maak ik duidelijk wat ik versta onder slechtduivenweer. Ik heb niet meegedaan met de africhtingsvlucht op woensdag 19 juni en met de voor de CC Uden slecht verlopen vlucht Isnes op 23 juni. Ook heb ik niet meegedaan met de vlucht van 30 juni op Wolvergem. In plaats daarvan heb ik mijn duiven zelf weggebracht als ik vond dat er sprake was van goedduivenweer. Na een tiental wat kortere africhtingen heb ik mijn jonge duiven 2 keer gelost in Tessenderlo. Het resultaat is dat ik begin juli nog 9 duiven over had van de 10 die ik op 18 juni in had kunnen korven voor de oefenvlucht. Dat men van 19 juni tot en met 13 juli weinig duiven is kwijt geraakt kunnen niet alle liefhebbers zeggen, gezien de cijfers. Zie het overzicht van 2019 hier onder. 

De 9 duiven die ik over had, heb ik kunnen spelen op Isnes van 7 juli en op Chimay van 13 juli. Het was toen goedduivenweer. Resultaat: alles terug. Bovendien speelde ik op Chimay de eerste prijs in de vereniging. Hartstikke leuk zou men kunnen denken, maar het was maar de eerste prijs van 8 prijzen. Ik zou het niet eens vermelden als het niet duidelijk maakt hoe weinig duiven er aan het begin van het jongeduivenseizoen in sommige verenigingen ingekorfd werden. Jammer genoeg heb ik niet ingekorfd op Vervin van 21 juli. Het tijdstip van inkorven kwam ongelegen en de weersvooruitzichten waren niet goed. Toen de duiven een dag later bij goeduivenweer gelost werden, was het verloop prima. Het was dan ook goedduivenweer.

Zie onderstaande foto. (genomen toen de duiven moesten komen)

 

 

In de schema's van voorgaande jaren was het redelijk goed mogelijk in procenten aan te geven hoeveel duiven er op de laatste vlucht van de eerste toer minder ingekorfd werden dan op de eerst vlucht.

In onderstaand schema van 2019 is dat niet mogelijk. De omstandigheden zijn veranderd. Het eigenlijke programma is regelmatig aangepast. ( Dat was wat mij betreft een stap in de goede richting ) Niet elke CC deed mee aan alle vluchten. ( In de afbeelding aangegeven met een grijs rechthoekje ) In CC Uden en Oss deden maar weinig liefhebbers mee aan de 2e vlucht. Dit zijn allemaal concrete feiten. Verder zijn er aanwijzingen dat bepaalde liefhebbers al zo veel duiven verloren zijn dat ze niet aan de vluchten van de eerste toer begonnen zijn. Je hoort ook van liefhebbers dat ze door slechte ervaringen principieel niet aan de eerste toer beginnen en wachten op de tweede toer.

Uit onderstaand schema blijkt dat er op de vijfde vlucht veel minder liefhebbers met veel minder duiven deelnamen dan op de eerste vlucht. Het is aannemelijk dat de belangrijkste reden is dat men veel duiven is kwijtgeraakt.

 

 

Hieronder alleen de belangrijkste cijfers bij elkaar. De laatste vlucht wordt vergeleken met de eerste vlucht. Van PV Welkom en PV De Eendracht zijn van alle vluchten de resultaten vermeld. 

 

 

 

 

Google